Hokjespeul

Hokjespeul (Astragalus glycyphyllos) is een zeldzame soort die voorkomt in ruige vegetaties waar verstoring een grote rol kan spelen. Zoals bij alle Vlinderbloemige worden de vruchten peulen genoemd, maar in tegenstelling tot andere Vlinderbloemigen bestaan de peulen bij Hokjespeul uit twee compartimenten: twee hokjes. De zaden liggen dus niet in één rij, maar in twee rijen en zijn gescheiden door een tussenschot. De soort is gemakkelijk herkenbaar door witgroene tot algeheel lichtgele bloemtrossen. Ondanks dat de vruchten onopvallend groen zijn, springen zij toch al gauw in het oog vanwege de grote, rechtopstaande tros aan vruchten, vergelijkbaar met een omgekeerde bananentros. Ook de bladen zijn vrij karakteristiek, het blad bestaat uit 9 tot 13 deelblaadjes die volledig rond kunnen zijn bij de rozetbladen, tot ovaal of eivormig bij de stengelbladen.

Hokjespeul houdt van ruigtevegetaties, zoals in bosranden, op dijken, langs spoorwegen en in akkers. De soort is in Zuid-Limburg en langs de grote rivieren in het oosten van Gelderland aan te treffen. Elders in het land wordt de soort adventief aangetroffen, wat betekent dat de soort hier onopzettelijk aangevoerd is en zich heeft weten te vestigen. Vaak zijn deze adventieve vestigingen niet permanent, maar de soort kan lang standhouden.

Twee jaar geleden trof ik Hokjespeul voor het eerst aan in het stedelijk milieu, langs een recent aangelegd parkeerplein in Nijmegen. Dit jaar kwam ik de soort nogmaals tegen, deze maal waar bouwwerkzaamheden verricht werden langs de haven. Hierna werd ik nieuwsgierig en ging ik kijken waar de soort nog meer in Nijmegen gevonden was. Bij het nieuwe Goffertstation was de soort recent aangetroffen en ook op het industrieterrein waar recent graafwerkzaamheden verricht waren. Zo waren er nog enkele vergelijkbare situaties te vinden, verspreid over acht verschillende locaties, waarvan de meesten in nabijheid van de Waal. Direct buiten Nijmegen wordt de soort ook in ruigtevegetaties aangetroffen langs de Waal en is hiermee in bijna elk km-hok in en rondom Nijmegen aan te treffen, waardoor de soort haar naam dubbel waar maakt. Mogelijk komt de soort al heel lang voor in het meer dan 2000 jaar oude Nijmegen en duikt hij op zodra de langlevende zaadbank weer eens blootgelegd wordt. Dit is een van de redenen om bij bouwwerkzaamheden in de stad altijd even een kijkje te nemen, wie weet wat er allemaal nog meer verstopt ligt in de zadenbank!