Het kruipt waar het (niet) gaan kan.
Eén van de meest voorkomende planten bij mij in de stad is het Kruipertje (Hordeum murinum). Het is een plant die voor veel mensen geen problemen zal opleveren met de determinatie. Ik denk dat het ook een plant is die weinig aandacht krijgt van floristen. Zelf merkte ik dat ik geen fatsoenlijk Kruipertje in mijn fotoverzameling heb terwijl daar toch zo langzamerhand honderden soorten in staan. Daarom vandaag maar even deze foto gemaakt:
Even wat “feiten” op een rij: Kruipertje is een Gerstsoort (Hordeum), er groeien in ons land nog vijf andere gerstsoorten waaronder Kwispelgerst. Dat laatste vind ik wel erg grappig omdat Kruipertje bij hondenbezitters slecht staat aangeschreven, de naalden van de kafjes komen soms in de oren of ogen van de hond en kunnen daar lelijke ontstekingen veroorzaken. Daar valt dus weinig bij te kwispelen en kennelijk heeft Kwispelgierst dat niet …
In het verleden (of nog steeds?) werd het Kruipertje ook gebruikt om anderen te plagen. De aar of deel daarvan werd bovenin de trui gestopt en begon daar een langzame tocht naar beneden. Naar boven ging niet vanwege de weerhaakjes. Het slachtoffer moest dan de trui wel uit doen om de aar kwijt te raken.
Kruipertje is groen gekleurd, maar vaak tref je ook rood gekleurde exemplaren aan, die ik persoonlijk een stuk mooier vind. In de aar zitten steeds drie aartjes bij elkaar die ongeveer even lang zijn, de middelste is wat breder. Aan de bladvoet zitten oortjes en bovenop het blad groeien afstaande haartjes. Zie foto.
Ik zei het al, Kruipertje is een plant die niet zo tot de verbeelding spreekt. Op zo’n moment springen floristen de plant te hulp: er zijn ondersoorten. In ieder geval twee stuks: subsp. leporinum en subsp. glaucum. Ik kwam daar achter via een bericht op Twitter. Het ging daar om subsp. leporinum die door iemand gevonden was. Ik kende de ondersoort niet en besloot op zoek te gaan naar deze plant. In ieder geval leek deze ondersoort rood te zijn. Gelukkig trof ik al gauw een prachtige groep rode Kruipertjes aan. Helaas bleken dat gewoon Kruipertjes te zijn. Korte tijd later had ik succes en vond ik de ondersoort in Rijswijk.
Het onderscheid tussen soort en ondersoort is op zich wel duidelijk, maar je moet er even de loep voor pakken. Het middelste aartje van leporinum is een stuk korter dan de twee buitenste en daarnaast heeft het middelste aartje van leporinum een steeltje van meer dan 0,6 mm. Op de foto’s is het aardig te zien.
Kortom, ik raad iedereen eens op zoek te gaan naar Hordeum murinum subsp. leporinum. De plant kruipt daar waar hij gaan kan.