Violen in en om de stad

Ontsnapt tuinviooltje in de verharding

Violen genieten al heel lang een grote belangstelling van tuinbezitters.  Maar ook als plantenwerkgroep komen we in de stad regelmatig ontsnapte grootbloemige tuinviolen tegen. Nakomelingen nemen vaak weer hun wildvorm aan met kleine bloemen die dan een sterke gelijkenis met het Driekleurig viooltje (Viola tricolor) vertonen. Het Maarts viooltje (Viola odorata) daarentegen staat zowel als urbane soort als stinsenplant te boek. In Zoetermeer werd deze fraaie voorjaarsbloeier in de jaren ’80 van de vorige eeuw veel als bodembedekker gebruikt. Restanten van deze aanplant hebben zich sindsdien over de stad verspreid, opvallend vaak voorzien van witte bloemen

Witbloeiend Maarts viooltje

Bosviooltjes

Ook het Bleeksporig bosviooltje (Viola riviniana) kan je, soms pleksgewijs, massaal in de stad aantreffen. Waarschijnlijk zijn het in dat geval nakomelingen van gekweekte varianten. Zie ook het artikel van Erik van Hoeven van 18 november 2018. Ton Denters maakt in zijn nieuwe boek melding van Bleeksporige bosviooltjes met paars blad en behaarde stengels. Die variëteit  (‘Purpurea’) is bij tuincentra te koop en ook deze vorm kan gemakkelijk verwilderen. De planten hebben een voorliefde voor stenige milieus en hebben daarmee een meer uitgesproken urbaan karakter.

Bleeksporig bosviooltje “Purpurea”

Donkersporig bosviooltje

Voor het Donkersporig bosviooltje (Viola reichenbachiana) moest je naar het oosten van het land, althans dat was de gangbare mening tijdens mijn biologiestudie indertijd. Zelf ken ik dat viooltje vooral uit de bossen van Zuid-Limburg waar deze soort vrij algemeen voorkomt. Het was dan ook een grote verrassing om viooltjes, die sterke gelijkenis vertonen met deze soort aan te treffen in een Zoetermeers park. Begin jaren ’90 heb ik voor het eerst materiaal verzameld en opgestuurd naar het Rijksherbarium in Leiden. Gezien aan het gedroogde materiaal de belangrijkste verschillen tussen Bleek- en Donkersporig bosviooltje: kleur van en groeven op de spoor, niet meer goed zichtbaar waren en deze soort niet in Zoetermeer “voor hoorde te komen” bleef de diagnose onzeker. Nadat ik mijn ontevredenheid kenbaar had gemaakt werd ik doorverwezen naar Eddy Weeda, viooltjeskenner bij uitstek. Inmiddels was ik ervan overtuigd geraakt dat alleen vers materiaal uitsluitsel kon geven. Ik heb dus ’s ochtends verse planten verzameld in Zoetermeer en dezelfde dag nog afgeleverd in Haarlem bij Eddy thuis. Al de volgende dag werd ik gebeld met het bericht dat het Donkersporig bosviooltje betrof en dat hij deze viooltjes goed kende uit de directe omgeving van Maastricht. Bevestiging dus van het vermoeden dat ik had maar hoe de soort in Zoetermeer terecht was gekomen bleef voorlopig raadselachtig.

Donkersporig bosviooltje

Het raadsel ontrafeld

Vele jaren later kwam ik in contact met een bewoner van de wijk die grensde aan het park waar de soort was aangetroffen. Deze bewoner had in ‘Heer’, een gehucht net buiten Maastricht in een internaat gezeten. Hij koesterde mooie herinneringen aan die tijd en plek en heeft aarde van daar met, naar hij dacht Maarts viooltje, meegenomen naar Zoetermeer en die in zijn tuin geplant. Toen ik hem vertelde van de Donkersporige bosviooltjes in het park was de zaak rond. Rest mij nog om te zeggen dat de soort het prima doet in Zoetermeer en dat deze zijn verspreidingsgebied ieder  jaar weet uit te breiden.