Overblijvende ossentong – voor haar- en huidversieringen
Wie de hemelsblauwe kleur van de bloemen van de Overblijvende ossentong (Pentaglottis sempervirens) ziet kan zich moeilijk voorstellen dat de kleurstoffen voor de rijke, hennahuidversieringen en haardracht van vrouwen, in met name de Arabische wereld, vaak afkomstig zijn van de wortels van deze plant. In het Arabisch heet de plant dan ook al-henna.
Je ziet de Overblijvende ossentong steeds vaker opduiken in de stedelijke omgeving. Aad van Diemen wees daar ook al op in zijn bijdrage “Haaginwijkelingen” https://www.stadsplanten.nl/2022/05/haaginwijkeling-1/
Het oorspronkelijke verspreidingsgebied van de plant lag naar het noorden toe tot Noord-Frankrijk. De laatste jaren heeft de Overblijvende ossentong zich ook een steeds sterkere positie toegeëigend in de Nederlandse stedelijke omgeving. Daar zijn drie belangrijke oorzaken voor aan te wijzen: de introductie als stinsenplant in de flora van parken en bij de aanleg van kasteeltuinen en de tuinen van grote herenhuizen en buitenplaatsen; ontsnappingen uit tuinen waar de plant veelvuldig wordt aangeplant; en het verder oprukken van de plant naar het noorden onder invloed van de klimaatveranderingen.
Dat de plant een geliefde tuinplant is, is niet zo verwonderlijk. Door de bescheiden afmetingen (30-100 cm) is er altijd wel een plekje voor de plant te vinden. De Overblijvende ossentong bloeit van april tot in de herfst en draagt rijkelijk diep- tot hemelsblauwe bloemen. In het verleden was de plant ook bekend onder de naam Groene ossentong. Niet zo verwonderlijk als je kijkt naar de wetenschappelijke naam – Pentaglottis sempervirens. Semper betekent in het Latijn “altijd” en virens “altijd groenblijvend/bloeiend” Ook in de Engelse en Franse namen komt de term “groen” voor.
De Gewone ossentong en de Overblijvende ossentong behoren niet tot hetzelfde geslacht, maar zijn wel nauw aan elkaar verwant. De Gewone ossentong behoort tot het geslacht Anchusa en de Overblijvende ossentong tot het geslacht Pentaglottis. Beiden behoren tot de Ruwbladigenfamilie waar b.v ook de Gewone smeerwortel (Symhyptum officinale) toe behoort. Bij de planten van de ruwbladigen zijn de stengels, de bladeren, de bloemstelen en de bloemkelken bezet met stijve haren die soms zelfs stekelig kunnen aanvoelen.
De bloemen van Overblijvende ossentong zijn geliefd bij een groot aantal insecten. Hommels, bijen en vlinders komen graag snoepen van de nectar. Bij de bijen geldt dat voor zowel voor de honingbij als voor de vele soorten wilde bijen die we in Nederland kennen. Als de opmars van de Overblijvende ossentong zich voortzet zal de plant zeker op korte termijn tot de vaste stadsplanten behoren.
Op de pagina’s Stadsplanten van Amersfoort proberen wij vooral aandacht te geven aan planten die algemeen voorkomen in een bepaalde tijd van het jaar. Dat geeft de grootste kans dat de beschreven plant eenvoudig op dat moment gevonden kan worden in de eigen omgeving. Daarnaast melden wij uiteraard ook vondsten van bijzondere, zeldzame planten.
Joop de Wilde