Anemoon uit het verre oosten
Uit tuinen ontsnapt regelmatig een exotische anemoon. Stadsfloristen kijken er al niet meer van op. Vroeger noemden we deze plant ‘Japanse anemoon’, maar tegenwoordig ‘Hoge anemoon’. In Duitsland gebruiken ze de naam ‘Herbstanemone’. Niet gek, want hij bloeit van augustus t/m november. Met de naamgeving zijn wat problemen. De hier aangetroffen planten, en dat geldt waarschijnlijk voor heel Europa, zijn kruisingen tussen verschillende soorten die uit Oost-Azië afkomstig zijn.
Wetenschappelijke namen beginnen met de naam van het geslacht. Deze naam wordt altijd met een hoofdletter geschreven. Achter de geslachtsnaam volgt de soortaanduiding, die met een kleine letter wordt geschreven. Als deze soortaanduiding voorafgegaan wordt door een hybrideteken (x) gaat het om een kruising van twee soorten uit hetzelfde geslacht.
‘Onze’ Hoge anemoon heeft de wetenschappelijke naam Anemone x hybrida. Tegenwoordig wordt aangenomen dat deze hybride een kruising is tussen A. hupehensis en A. vitifolia. In de meest recente druk van Heukels staat dat de hybride niet altijd met zekerheid te onderscheiden is van de ondersoorten. Ton Denters heeft in de Stadsflora van de Lage Landen het probleem opgelost door dit type anemoon aan te duiden als Anemone x hybrida- complex. Het is inderdaad complex.
Hoge anemoon is een in de nazomer rijkbloeiende plant. Hij bereikt soms een hoogte van wel 1,5 m. De bloemen zijn wit tot donkerpaars. De plant heeft een voorkeur voor licht beschaduwde plaatsen. De verovering van onze steden is begonnen na de millenniumwisseling. Volgens ‘Manual of the Alien Plants of Belgium’ (https://alienplantsbelgium.myspecies.info/content/anemone-x-hybrida) werd het eerste verwilderende exemplaar aangetroffen in Gent in 2004. Spontaan uitgezaaid. Dat laatste bleek achteraf raadselachtig. Bij A. x hybrida is tot op heden geen succesvolle zaadvorming vastgesteld. Die zaailingen in Gent zijn dus waarschijnlijk van andere ouders. Echte inburgering is in de Lage Landen nog niet vastgesteld. De verwilderende exemplaren zijn steeds terug te voeren tot een aangeplant individu dat zich via wortelstokken over flinke afstanden uit kan breiden. Vaak volgt de plant daarbij de kleine ruimtes tussen gevel en stoep. In Breda heeft er ééntje een afstand afgelegd van ongeveer twintig meter.
Het geslacht Anemone behoort tot de Ranonkelfamilie. In Nederland zijn twee soorten inheems: de bosanemoon en de gele anemoon. De laatste is zeer zeldzaam. De naam ‘anemoon’ komt van het Griekse woord ‘anemos’ en dat betekent ‘wind’. Of het te maken heeft met wegwaaiende bloemblaadjes, met het voorkomen op winderige terreinen of met een nimf aan het hof van de godin Flora, is niet te achterhalen.