Ontsnappen aan de maaimachine

Op stadsplanten.nl is al vaker geschreven over de biotoop ‘gazon’: van die veldjes die regelmatig door een maaimachine te grazen worden genomen. Ton Denters stelde Draadereprijs en Gazonlobelia aan ons voor, Joop de Wilde belichtte Tijmereprijs als echte maaimachine-overlever en Rutger Barendse noemde Madeliefjes en Witte klaver als maaibestendige soorten. Peter Hegi signaleerde Knopig doornzaad als gazonoverlever en in Rotterdam overleeft Kruipend moerasscherm langs de Bargoense vliet, waarschijnlijk juist, door het kort houden van het gras,

Twee voorbeelden van soorten die gazonmaaien overleven Links Madeliefje die zijn bladeren in rozetten laag bij de grond houdt en af en toe snel een bloeistengel naar boven stuurt. Rechts Tijmereprijs die met zijn bebladerde stengels over de grond kruipt en pas zijn kop omhoog steekt als zich aan het einde een bloeiwijze ontwikkelt.

Als ik een planteninventarisatie uitvoer kijk ik daarom bij een gazon altijd even of ik tussen het gras Draadereprijs en Tijmereprijs kan scoren. En Madeliefje, Witte klaver en Paardenbloem zijn ook bijna altijd present. En dat dankzij het overlappende kenmerk: ze duiken onder de maaibalk door of kunnen er tegen om onthoofd te worden. In een zone van de paar cm boven de grond kunnen ze zich handhaven. De meeste doen dat met uitlopers die rondkruipen tussen het gras, maar Paardenbloem en Madeliefje drukken gewoon hun bladrozet plat tegen de grond en ontwikkelen bloemknoppen op grondhoogte. Als ze willen bloeien strekken ze snel de steel en komen tot bloei voor de volgende maaibeurt,

Muskusreigersbek

Aanleiding om bij al die gazonkruiden stil te staan is een relatief nieuwe soort die zich ook heel goed kan handhaven in gazons: Muskusreigersbek. Hij lijkt veel op Gewone reigersbek maar is in alles een slagje groter: bloemen, bladeren, stengels. Zo kunnen de bloeistengels wel 40 cm de lucht in gaan.

Gewone reigersbek heeft meestal duidelijk fijner gedeeld blad maar daarin is variatie en met name de winterbladeren kunnen lijken op Muskusreigersbek. De muskusgeur is dan een sterke aanwijzing. Een doorslaggevend verschil is dat Muskusreigersbek op de overgang tussen zaad en vruchtsnavel een kuiltje met klieren heeft en Gewone reigersbek die klieren mist.

Muskusreigersbek – Erodium moschatum in de als gazon beheerde strook langs de Westzeedijk.
Op het moment van deze foto stond de Reigersbek er over enkele vierkante meters vrijwel vlakdekkend.

Voor 1960 dook Muskusreigersbek in Nederland hier en daar op, via meeliftend zaad in de wol en graanhandel. Die groeiplaatsen waren niet bestendig. Vanaf 2015 zien we een ander patroon. Hij begint op te duiken in grasmatten: in 2015 bij een boerenbedrijf in Overijssel; in 2018 ontdekt Sipke Gonggrijp hem op diverse campings langs de Noordzeekust en wordt hij in Amsterdam gesignaleerd. Begin 2019 spot Remko Andeweg hem in Rotterdam in een vaak gemaaide grasstrook langs de Westzeedijk. Daarna is hij op nog enkele plekken verschenen. De teller staat nu op 38 kilometerhokken sinds 2015. Deze uitbreiding is in lijn met de geleidelijke verspreiding langs de Franse kust naar het Noorden. Klimaatverandering speelt hier waarschijnlijk een rol in.

Het voorkomen lijkt nu ook bestendiger dan vroeger. In Rotterdam handhaaft de Muskusreigersbek zich al vijf jaar en heeft hij zich uitgebreid van de groenstrook tussen weg en fietspad naar de belendende berm. Hij toont hiermee aan dat hij inderdaad goed tegen het maaien kan, dat hier regelmatig gebeurt. Ik ben benieuwd of Muskusreigersbek in onze gazons ooit net zo gewoon wordt als nu Tijmereprijs.

Gebruikte bronnen:

F. Verloove, S. Gonggrijp, P. Van Vooren, B. Mortier & R. Barendse. (2020). Campsites as unexpected hotspots for the unintentional introduction and subsequent naturalization of alien plants in Belgium and the Netherlands. Gorteria Dutch Botanical Archives, 42(1), 66–107.

Muskusreigersbek op de Verspreidingsatlas