Een maagdelijke roos
De Virginische roos (Rosa virginiana) heb ik in Bavel op de geluidswal zien groeien van één kleine struik tot een rand van vele vierkante meters. Die uitbreiding leek aanvankelijk alleen via worteluitlopers te gaan, maar een paar jaar geleden verscheen hij ook aan de andere zijde van de pad en zie ik hem in een berm ruim een km verder. Merkwaardig genoeg melden Roloff & Bärtels in hun ‘Flora der Gehölze’, dat deze roos een ‘kaum Ausläufer bildender Strauch’ is. Andere bronnen melden, conform mijn eigen waarneming, een struik met woekerneigingen. De verklaring voor deze tegenstrijdigheid is mogelijk, dat hybriden wel uitlopers hebben en de oorspronkelijke wilde vormen niet.
Uit de Verspreidingsatlas van FLORON 2024, zie boven, blijkt dat deze roos zich vooral in de duinen heeft gevestigd en op de zandgronden in Nederland. Hij wordt beschouwd als ingeburgerd.
Als de Virginische roos vruchten draagt is hij vrij makkelijk te herkennen. De bottels zijn bijna rond en felrood. Je ziet de roos meestal in het vrije veld en dan is het een gedrongen struik van ongeveer een meter tot anderhalve meter hoog.
De bloemen lijken op die van de hondsroos en bieden niet veel houvast. De bladen wel: die zijn glimmend van boven, onbehaard en met een wigvormige voet. Een ander typisch kenmerk is dat er maar één soort stekels is, die bovendien paarsgewijs bij de knopen = bladaanhechting, zitten. De stekels zijn onbehaard en licht gebogen.
Mijn indruk is dat deze roos geen bosrandbewoner is, zoals veel andere rozen. Hij heeft ook geen neiging om te klimmen. Het liefst staat hij in het volle licht. Tijdens de zinderende zomer van 2023 gaf hij in de volle zon op het zuiden, geen krimp. Zijn andere naam duidt daar ook wel op. In Amerika namelijk, wordt hij ook wel de prairieroos genoemd. Het is daar de meest algemene roos. Hij bloeit lang, tot in augustus en ruikt zeer aangenaam, zoals ikzelf ook heb kunnen vaststellen. In de herfst kleuren de bladeren oranjerood tot diepgeel.
Samenvattend: let je alleen op de bloem, dan kun je denken aan de hondsroos. Kijk je naar de bouw: gedrongen struik met glanzende bladeren, dan kom je al gauw bij de Virginische roos uit.
Het is niet helemaal duidelijk hoe de plant hier terecht is gekomen. In ieder geval is de landelijke verspreiding tamelijk recent, na 1990, gelet op de Verspreidingsatlas. Er is een vermoeden dat hij net als de rimpelroos, is uitgezet om duinen vast te leggen. Hoe dan ook, op de Waddeneilanden moet het inheemse duinroosje tegenwoordig de strijd aanbinden met twee exoten: de Virginische roos en de rimpelroos. Op de hogere zandgronden in het binnenland en in de stedelijke omgeving lijkt het mij een aanwinst met toekomst, gelet op de warmere zomers. Zoals alle wilde rozen, wordt ook deze roos goed bezocht door hommels, zweefvliegen, kevers en vlinders.
De plant is afkomstig uit oostelijk Noord-Amerika met inderdaad de staat Virginia daar. Deze staat is genoemd naar Elisabeth 1, de Virgin Queen (1533-1603) van Engeland. Ze is weliswaar haar hele leven ongehuwd gebleven, maar waarschijnlijk niet als maagd.