Een vleeskleurige groenbemester
In de Nederlandse flora worden vandaag de dag dertien inheemse soorten van het geslacht klaver (Trifolium) onderscheiden. Daarnaast worden er nog ongeveer negen soorten aangetroffen die hier per ongeluk of bewust door menselijk handelen terecht zijn gekomen: inburgerend, verwilderend, adventief of recentelijk uitgezaaid. Eén daarvan is inkarnaatklaver (Trifolium incarnatum). Deze soort wordt hier en daar uitgezaaid en houdt soms een tijdje stand. Dat is niet iets van de laatste tijd want in de Flora Batava staat al een afbeelding in de uitgave van 1898.
In Breda kom je deze soort af en toe tegen in een boomspiegel of in een overhoekje. Vaak in gezelschap van soorten uit een bijenmengsel. De bloemen zijn aantrekkelijk voor bijen, hommels en vlinders. Twee jaar geleden stond er een fors aantal op een braakliggend terrein waar eens flats hadden gestaan. Intussen wordt er op die plek gebouwd en is de populatie verdwenen. Wie weet verschijnen er weer exemplaren in de achtertuin van de nieuwe woningen.
Inkarnaatklaver is afkomstig uit het noordelijk deel van het Middellandse Zeegebied. De soort werd in de rest van Europa ingevoerd als groenbemester of als voedergewas en is als zodanig ook in Noord-Amerika en Australië terecht gekomen. De zaden schijnen geschikt te zijn voor menselijke consumptie. In het verleden werd dit gewas wel als paardenvoer geteeld.
De plant is dichtbehaard met zachte aangedrukte haren. De plant wordt 20-50 cm hoog. De behaarde, rechtopgaande stengel is meestal niet vertakt. De drietallige bladeren hebben onderaan een lange steel en naar boven een steeds kortere steel. Ze hebben relatief grote steunblaadjes. De deelblaadjes zijn omgekeerd eirond en naar voren getand. De aarvormige bloeiwijzen verschijnen in de regel van juni tot in augustus. Ze staan aan het eind van de takken en bevatten meestal meer dan 20 bloemen. De kleur van de bloemen is scharlakenrood. Er zijn ook bronnen die de kleur omschrijven als karmozijnrood. In uitzonderlijke gevallen zijn de bloemen roze of bleek roomkleurig.
De geslachtsnaam ‘Trifolium’’ wil zeggen ‘driebladig’. De bladeren van dit geslacht bestaan steeds uit drie deelblaadjes. De soortaanduiding ‘incarnatum’ betekent ‘op vlees gelijkend’. De kleur van de bloem is net niet bloedrood. Een oude Nederlandse naam is ‘Franse klaver’.
Zoals hierboven vermeld, wordt inkarnaatklaver gebruikt als groenbemester. Het geslacht klaver behoort tot de familie van de Vlinderbloemigen. Veel leden van deze familie leven in symbiose met bacteriën van het geslacht ‘Rhizobium’. Wanneer deze bacteriën vanuit de grond in de wortel van de plant terechtkomen vormt zich een zogenaamd wortelknolletje. Binnen deze knolletjes zetten de bacteriën luchtstikstof (N2) om in ammonium (NH3). Onze atmosfeer bestaat voor ongeveer 78% uit het gasvormige N2. Er zijn maar weinig organismen die die vorm van stikstof kunnen gebruiken. De energie die de symbiotische bacteriën voor de aanmaak van ammonium nodig hebben halen ze uit koolhydraten, die de plant waarmee ze in symbiose leven, hen aanlevert. Ammonium wordt vervolgens door andere, vrijlevende bodembacteriën verder omgezet in de stikstofverbinding nitraat (NO3-). Dit nitraat wordt, opgelost in bodemvocht, door de plant via zijn wortels opgenomen en in de stofwisseling van de plant o.a. gebruikt voor de eiwitsynthese. Door het omploegen van bijvoorbeeld inkarnaatklaver wordt de bodem verrijkt met nitraat. En in tegenstelling tot kunstmest is het goed voor het bodemleven en de bodemstructuur. Ter geruststelling: de wortelknolletjes hebben niet geleid tot de huidige stikstofcrisis.