Veldkersen in donkere steegjes
In de blog over de Veldkers in een bloembak, van alweer vier jaar geleden, is gemeld dat de Bosveldkers (Cardamine flexuosa) niet direct aan de stad gebonden is. Dat klopt natuurlijk nog steeds en in het echt stenige deel van de stad is deze soort niet direct te vinden. Er zijn echter ook veel plekken in stedelijk gebied waar de Bosveldkers goed gedijt. Voorwaarde is onverharde en vochtige grond in een omgeving die lang vochtig blijft, het liefst met horizontaal afstromend water. Dat zijn heel vaak de kleine paadjes in de buitenwijken en plantsoenen in de schaduw. Ook tuintjes met beschaduwde plekken met wat onbegroeide grond geven een goede voedingsbodem voor de Bosveldkers.
Herkenning
De tweeslachtige bloemen staan in de hoofdbloei tijd zo dicht bij elkaar dat het een ‘kroontje’ van bloemen is.
In hierboven genoemde blog is gemeld dat de Aziatische veldkers (Cardamine occulta) o.a. te herkennen is aan zes meeldraden. Dat heeft deze soort gemeen met de Bosveldkers. Echter daar houden de overeenkomsten echt op. De bladeren zijn behaard aan de voet, planten hebben veelstengelige polletjes waarbij de stengels sterk behaard zijn. Zie foto hieronder.
De hauwen staan van de stengel af en komen niet of nauwelijks boven de bloemen uit. Dit is een groot verschil met de Kleine veldkers (Cardamine hirsuta) waar de hauwen ruim boven de bloemen uitsteken.
Voorkomen
De toegenomen voedselrijkdom in Nederlanse bossen, en daar niet alleen, heeft ervoor gezorgd dat Bosveldkers tegenwoordig een zeer algemene plant is. Dat was tot 1980 wel anders. Niet dat hij zeldzaam was, maar hij kwam beduidend minder voor, zoals te zien in onderstaande verspreidingskaartjes.
Verdere info
Bosveldkers heeft flexuosa in de wetenschappelijke naam staan. ‘Wavy bittercress’ is de Engelse naam. Er moet dus iets zijn met flexibiliteit en bitterheid. Die bitterheid wordt in een artikel in de Levende natuur 80 (49-55) omschreven als een aangename, lichtelijke bittere, pittige, prikkelende smaak.
Bosveldkers is volgens Nederlandse Oecologische Flora 2: 28 zeer waarschijnlijk als soort ontstaan uit een kruising tussen Kleine veldkers (Cardamine hirsuta) en Springzaadveldkers (C. impatiens). Een artikel uit 1969 van Ellis & Jones geeft een overzicht van de zoektocht naar de herkomst van de soort, waarbij in het oog springt dat het chromosoom nummer van Kleine veldkers en Springzaadveldkers 16 is, terwijl dat van de Bosveldkers 32 is, wat een indicatie kan zijn van een kruising van genoemde soorten. Het artikel behandelt uitgebreid de morfologie waaruit blijkt dat de Bosveldkers kenmerken vertoont, die liggen tussen genoemde soorten.
Bosveldkers wordt naast de Pinksterbloem (Cardamine pratensis) genoemd als waardplant van het Orantjetipje. Deze vlinder is volgens het artikel in Vlinders van mei 1995 niet erg kieskeurig te noemen en zet eitjes af op diverse vroegbloeiende witte kruisbloemige.