IJle dravik – een gras met een diepe buiging

Gelukkig besluiten steeds meer gemeenten wegbermen niet het hele jaar door tot op de grond toe af te maaien. Dat levert in toenemende mate bloemrijke bermen op waarin ook vele grassoorten een kans krijgen om de bloeifase te bereiken. Eén van de grassoorten die het binnen de bebouwde kom uitstekend doet is IJle dravik (Anisantha sterilis). Je hoeft niet veel moeite te doen om hem te herkennen. Als je aan de rand van berm, vaak tegen de stoeprand aan, overhangende grassprieten ziet met een overdaad aan platte, groene aren met lange kafnaalden, gaat het vrijwel zeker om IJle dravik.

De overhangende fragiele stengels met aartjes op lange stelen zijn karakteristiek voor IJle dravik

De IJle dravik is goed te herkennen door de open structuur van de pluim waar de platte aartjes aan lange stelen voorover buigend naar beneden hangen. Een goed kenmerk is het tongetje van de bladschede. Bij zowel de IJle dravik als bij de Zachte dravik (Bromus hordeaceus) is het tongetje getand. Wie bij het zoeken naar informatie over beide soorten in oudere flora kijkt komt tot de ontdekking dat in het verleden beide soorten tot het geslacht Bromus werden gerekend. Dat geldt ook voor Zwenkdravik (Anisantha tectorum).

Het tongetje van IJle dravik, op de scheiding van de bladschede en bladschijf, is getand

Op Floravannederland.nl wordt uitleg gegeven over het tweede deel van de wetenschappelijk naam: sterilis. Sterilis of steriel doet vermoeden dat de plant geen zaden zou kunnen vormen. Dat gebeurt wel degelijk maar de vorming van de zaden speelt zich af binnen gesloten bloemen. Bij gesloten bloemen vind je geen naar buiten hangende meeldraden met helmstokken. Bij gesloten bloemen vindt zelfbevruchting plaats.

De aartjes zijn plat en hebben lange kafnaalden

De zaden van alle draviksoorten zijn granen. Granen zijn de vruchten van eenzaadlobbige planten uit de grassenfamilie. Bekende voorbeelden van granen zijn tarwe, spelt, haver, mais, rijst, gierst, rogge en gerst. Dat dravik graan produceert wil niet zeggen dat boeren staan te springen om het te verbouwen. Draviksoorten worden eerder als een bedreiging, als een plaag gezien. Vooral in tarwevelden kunnen draviksoorten zoals Zachte dravik (Bromus hordeaceus) zich explosief ontwikkelen en vormen daarmee een concurrent voor de tarwe waar het de boer om gaat.

IJle dravik en Kruipertje op de scheiding van stoeprand en goot

In de stedelijke omgeving wordt IJle dravik vaak samen gevonden met Kruipertje. Kruipertje (Hordeum murinum) is ook een graansoort uit de grassenfamilie. Zowel de IJle dravik als het Kruipertje gedijen goed als er enige bemesting plaatsvindt. Binnen de bebouwing zorgen honden daar wel voor. Beide planten hebben lange kafnaalden die voorzien zijn van haakjes. De zaden hechten daardoor makkelijk aan de vacht van dieren die daardoor bijdragen aan de verspreiding. Het Kruipertje is ook altijd geliefd bij kinderen. Ze steken de aar in de mouw van hun trui. De aar met de lange kafnaalden met stekeltjes, kruipt door de beweging van de arm omhoog. En daarmee is de naam kruipertje volledig verklaard.

Op de pagina’s Stadsplanten van Amersfoort proberen wij vooral aandacht te geven aan planten die algemeen voorkomen in een bepaalde tijd van het jaar. Dat geeft de grootste kans dat de beschreven plant eenvoudig op dat moment gevonden kan worden in de eigen omgeving. Daarnaast melden wij uiteraard ook vondsten van bijzondere, zeldzame planten.

Joop de Wilde