Stadse Lijsterbes geliefd bij stand- en trekvogels

Vruchten van Zweedse lijsterbes in Leiden – foto: Arian Jacobs-Brouwer

Lijsterbessen, vertegenwoordigers van de Rozenfamile, zijn populaire stadsbomen omdat ze goed tegen luchtvervuiling kunnen. De felgekleurde oranjerode bessen steken vrolijk af tegen al dat grauwe baksteen. Als laanboom zijn Meelbes (Sorbus aria) en Zweedse lijsterbes (Sorbus intermedia) geliefd. Meelbes komt uit Centraal- en Zuid-Europa. En Zweedse lijsterbes uit Scandinavië, waar deze soort ontstaan is als spontane kruising tussen inheemse Wilde lijsterbes (Sorbusaucuparia) en Meelbes.

 BladvormLengte van blad (cm)BladrandAantal zijnerven op bladBeharing onderzijde bladDiameter bessen (mm)Kleur van bes- en aantal zaden
S. ariaEnkelvoudig zonder vrij deelblaadje 8-14Gezaagd8-12Dicht
witviltig
8-15  Oranje-rood
2
S. aucupariaSamengesteld, regelmatig geveerd met 9-21 deelblaadjes2-6 Grof gezaagd9-15Zacht behaard, later kaal6-10  Rood
10
S. intermediaEnkelvoudig met tenminste één vrij deelblaadje6-10Met duidelijke lobben(5)-6-9 Geelgroen-grijsviltig9-15  Oranje-rood, 5  

Meelbes en Zweedse lijsterbes verwilderen in Nederland. Hun zaailingen vind je op de gekste plekken: op eilandjes in parkvijvers, langs spoorlijnen en in kronen van stedelijke knotwilgen. We zochten uit wie deze stadse lijsterbessen verspreidt.

In juli rijpen de vruchten van Wilde lijsterbes. De steenvruchten zijn 6-10 mm in diameter. Ze bevatten 1-4 peervormige zaden van 1-2 mm dik. De verhouding zaad : pulp van deze bessen is relatief klein. Dat vergemakkelijkt het doorslikken. Deze lijsterbessen verdwijnen vooral in de hongerige magen van stadsmerels. Ze werken de bessen zittend vanaf een tak naar binnen.

Stadsmerel eet Wilde lijsterbes in Utrecht – foto: Arian Jacobs-Brouwer

Ook Vink, Appelvink, Ekster, Keep, Zanglijster en Zwartkop smullen van de vruchten van Wilde lijsterbes. Recent is daar Halsbandparkiet bij gekomen. Onder luid gekrijs strijken deze vogels vaak in boompjes neer voor een gezamenlijk feestmaal. Sommige parkieten eten zoveel Lijsterbessen dat het sap in hun maag begint te gisten. Bij het wegvliegen kan het daardoor gebeuren dat ze dronken tegen een raam knallen.

Halsbandparkiet eet Wilde lijsterbes in Zoetermeer – foto: Adri de Groot

Vanaf augustus rijpen de vruchten van Meelbes en Zweedse lijsterbes. De vruchten van Meelbes hebben relatief veel kurkporiën, ook wel lenticellen genoemd. Hierdoor lijkt het alsof er een laagje meel op de bessen ligt, wat de Nederlandse naam verklaart.
De vruchten van Meelbes en Zweedse lijsterbes zijn rond de 9-15 mm in doorsnede dus wat groter dan van Wilde lijsterbes. Ze bevatten 2-3 zaden van 3-4 mm dik. De pulp van Meelbessen is minder waterig dan van Wilde Lijsterbessen en daardoor voedzamer.

Vruchten van Meelbes in Leiden – foto: Arian Jacobs-Brouwer

Stadsmerels en spreeuwen zijn dol op de vruchten van Meelbes. Ook Houtduiven eten ervan. Maar hun spiermagen beschadigen de zaden tijdens de vertering. Houtduif draagt daardoor niet bij aan de verspreiding van exotische Lijsterbessen.

Tot onze verbazing blijken Kauwen de belangrijkste verspreiders van stadse Meelbessen en Scandinavische lijsterbessen. Van oudsher broedden Kauwen in ons land in hakhoutbosjes in kleinschalig boerenland. Veel van deze bosjes sneuvelden bij de ruilverkavelingen na de tweede wereldoorlog. Als gevolg daarvan trokken Kauwen naar de stad. Daar nestelen ze, als ze de kans krijgen, in onze schoorstenen. De schoorsteen wordt in het voorjaar met veel kabaal ingenomen en gedurende de rest van het jaar tegen concurrenten verdedigd.

Kauw op schoorsteen in Leiden – foto Arian Jacobs-Brouwer

Een kauwennest bevat gemiddeld vier eieren die in maart gelegd worden. In juni zijn de jonge Kauwen vliegvlug en verlaten ze hun schoorsteen. Ouders en kinderen zoeken vervolgens samen in de buurt naar voedsel. Kauwen zijn monogaam en kunnen meer dan tien jaar oud worden. Een succesvol paartje kan dan ook heel wat jongen produceren. Al die monden moeten gevoed. Na de eerste najaarsstormen liggen straten en bermen bezaaid met uit de bomen gewaaide Meelbessen en Zweedse lijsterbessen. De afgevallen bessen worden gretig opgepikt door lokale kauwenfamilies. Zowel hongerige pubers als oudervogels zie je dan overal op de grond gevallen lijsterbessen naar binnen werken.

Volwasen Kauw (links) en in Zweedse lijsterbes (rechts) – foto’s Arian Jacobs-Brouwer

Kauwen zoeken de hele dag naar eten. Niet alleen op straat maar ook tussen het gras en in holle bomen. Dit verklaart wellicht de Zweedse lijsterbes in één van de knotwilgen bij mij om de hoek: de erfenis van het bezoek van een kauw.

Kauw (links) en zaailing van Zweedse lijsterbes (rechts) op stedelijke knotwilg – foto’s: Tiny van der Meer en Arian Jacobs-Brouwer

Lijsterbessen worden niet alleen gegeten door lokale stadsvogels die jaarrond in het broedgebied blijven, de zogenaamde standvogels. Kramsvogels en Koperwieken bezoeken onze steden tijdens hun najaarstrek van Scandinavië naar het zuiden. En als het in het hoge noorden begint te sneeuwen komen Pestvogels onze kant op. Ook deze trekvogels zijn gek op lijsterbessen. Vanwege de relatief grote hoeveelheid pulp blijven de zaden maar kort in een vogeldarm. Dat maakt deze vruchten een ideaal tussendoortje en verklaart de verwildering van buitenlandse Lijsterbessen in ons land.

Pestvogel eet Zweedse lijsterbes in De Koog op Texel – foto: Marc Goedbloed