Hoge fijnstraal – een composiet die je boven het hoofd groeit
De Hoge fijnstraal is geen plant die je elke dag tegen komt. Dat in tegenstelling met de Canadse fijnstraal die zo ongeveer in elke kier tussen straat- of stoeptegels zich naar boven wurmt. De vondst van Hoge fijnstraal in Amersfoort is daarom zeker de moeite waard.
Vaak melden wij op “Stadsplanten – De urbane flora van Nederland” vondsten die vanuit tuinen en parken hun weg hebben gevonden naar de “vrije natuur”. Stinsenplanten zijn daar een goed voorbeeld van. Het zijn planten die ooit naar Nederland zijn gehaald om kasteeltuinen en parken op te fleuren en die vanuit die “geregelde natuur” van onze tuinen een vaste plek in de Nederlandse flora hebben veroverd. Er zijn ook planten die vanuit de vrije natuur opduiken in onze tuinen. Door de meeste mensen worden die planten al snel als onkruid bestempeld en zo snel mogelijk verwijderd. Een enkele keer worden zij herkend en als bijzonder of waardevol beoordeeld en mogen ze blijven staan. Zo ging het ook met de Hoge fijnstraal die opdook in de tuin van Renée van Assema, stadsecoloog van de gemeente Amersfoort.
We kennen in Nederland verschillende plantensoorten die we fijnstraal noemen: Canadese fijnstraal, Hoge fijnstraal, Gevlamde fijnstraal, Ruige fijnstraal, Scherpe fijnstraal, Muurfijnstraal en Zomerfijnstraal. Je zou denken dat al deze soorten tot het zelfde geslacht behoren maar dat is niet waar. Het zijn allemaal composieten die zowel buisbloemen als lintbloemen hebben. De aanduiding fijnstraal heeft betrekking op de breedte van de lintbloemen. Deze vrouwelijke straalbloemen zijn hoogstens een millimeter breed en veel smaller dan lintbloemen van andere composieten. Dat de Canadese-, de Hoge-, de Ruige- en de Gevlamde fijnstraal in een ander geslacht zijn ingedeeld (Conyza) dan de andere fijnstraalplanten (Erigeron) komt doordat er verschillen zijn in de lengte van de plaat van de lintbloemen en de verhouding tussen het aantal lintbloemen in vergelijking met de buisbloemen. Bij Conyza is de plaat van de lintbloemen hoogstens 1 mm en zijn de lintbloemen talrijker dan de centrale buisbloemen. Bij Erigeron is de plaat van de buisbloemen 2-10 mm lang en zijn er meer centrale buisbloemen dan lintbloemen.
De Hoge fijnstraal is ingedeeld in het geslacht Conyza. De plant wint het van alle andere fijnstralen in lengte en kan meer dan twee meter hoog worden.
Pas in 1975 werd de plant voor de eerste keer in Nederland gevonden. De plant is afkomstig uit Zuid-Amerika en moet dus eigenlijk als een exoot worden beschouwd. Hoge fijnstraal houdt van warme droge plekken en wordt vaak gevonden op braakliggende terreinen. De plant voelt zich ook uitstekend thuis in een stenige omgeving; Tussen stenen, op stenige hellingen en tegen op het zuiden gerichte gevelmuren. De gevelmuur in Amersfoort was inderdaad naar het zuiden gericht.
Renée van Assema heeft als regel dat ze iets pas uit haar tuin verwijdert als ze weet wat voor plant het is. Eind vorig jaar stond er al een rozet van fijnstraal. Maar welke soort was haar nog niet duidelijk. Dat werd dus wachten op een bloeiwijze. Dat duurde en duurde maar! Eind juni groeide de plant al boven haar hoofd, echter nog geen bloemen! Begin augustus kwamen dan eindelijk de bloemen. Voor de juiste naam maakte zij gebruik van determinatiehulp van Remco Andeweg en Ton Denters: https://www.verspreidingsatlas.nl/determinatie/ehbd/view.aspx?id=11
De eerste vraag was of de bloemhoofdjes dicht behaard waren of vrijwel kaal. Die dichte beharing was goed te zien en daarmee bleven er eigenlijk maar twee keuzes over; de hoge fijnstraal (Conyza sumatrensis) of de gevlamde fijnstraal (Conyza bonariensis). Het onderscheid tussen deze twee soorten zit in de bloemhoofdjes. Waar de bloemhoofdjes van de hoge fijnstraal smal, urnvormig, 2 tot 6 (-8) mm breed zijn, zijn de bloemhoofdjes van de ruige fijnstraal bol, eivormig, 6 tot 8 (-10) mm breed. Renée stelde vast dat het om smalle urnvormige bloemhoofdjes ging; Hoge fijnstraal dus. Ook andere kenmerken uit de tabel bleken te kloppen.
In alle eerlijkheid moet gezegd worden dat de plant niet meer te zien is. Nu Renée van Assema de naam weet is de plant verwijderd en kan de achterdeur naar het terras weer normaal open.
Op de pagina’s Stadsplanten van Amersfoort proberen wij vooral aandacht te geven aan planten die algemeen voorkomen in een bepaalde tijd van het jaar. Dat geeft de grootste kans dat de beschreven plant eenvoudig op dat moment gevonden kan worden in de eigen omgeving. Daarnaast melden wij uiteraard ook vondsten van bijzondere, zeldzame planten.