Oosterse raket in drukwerk
Ik werd begin deze eeuw gebeld door een fervente vogelaar of ik met hem naar een rare plant wilde kijken. Dit was heel bijzonder want planten vond hij tot dan toe alleen interessant indien eetbare het groente betrof.
Hij woonde bij de verbindingsdam naar het KNSM-eiland in de Oostelijke Eilanden in Amsterdam waar de plant in de flink vergraven berm stond. Het was een koolzaadachtige en met de Heukels was ik er vlot uit: oosterse raket. De plant heeft een habitus als gewone raket en lange hauwen als Hongaarse raket. De hauwsteel is net zo dik als de vrucht en de fijnbehaarde kelkbladen en hauw maken deze plant makkelijk herkenbaar.
Deze soort was voor mij nieuw. Hij blij, ik blij. De volgende kennismaking met deze soort was met het project DNA-BARcoding van FlORON in 2011. Van alle vaatplanten in Nederland werden exemplaren verzameld om een DNA- profiel te maken. Ik koos onder meer de oosterse raket uit. Via waarneming.nl wist ik dat er een waarneming was bij de nieuwe hoofdvestiging van de bibliotheek in Amsterdam. Het was nog flink zoeken want de planten groeiden op de rand van de kade, goed verstopt achter een schakelkast. Ik tevreden naar huis fietsen en halverwege op het Zeeburgerpad zag ik opeens langs de gevel van de bedrijfsgebouwen tientallen oosterse raketten staan. Nu ik het zoekbeeld had vielen ze me opeens op. De oosterse raket groeide er pluksgewijs over een lengte van een kilometer en dat doet het er nog steeds.
In Amsterdam, Den Haag en Rotterdam heeft de soort sinds 1990 stevige bolwerken gevormd. Het oorspronkelijke areaal is het Middellandse Zeegebied en werd in Nederland voor het eerst gevonden in 1877; in Vlaanderen pas in 1973.
Ik documenteer me voor mijn blogjes met verschillende bronnen waaronder de Stadsplanten van Ton Denters.Voor de Covid-19 uitbraak had ik het idee om deze aflevering van stadsplanten te wijden aan de nieuwe Stadsflora van Ton Denters. Deze week zou dit boek, ‘Stadsflora van de lage landen’ verschijnen en het leek me leuk om over mijn eerste indrukken te verhalen aan de hand van een soort zoals de oosterse raket. Nu is alles anders. Bijna. Ik heb een aantal hoofdstukken digitaal mogen inzien en ik kreeg een goede indruk. Dit boek is meer dan een opvolger van de gids ‘Stadsplanten’ uit 2011. Het behandelde gebied is vergroot: Vlaanderen is nu meegenomen en dat levert steden op met een rijke flora zoals Gent en Antwerpen. Het betekent dat wel dat de steden in Noord- en Oost-Nederland ontbreken. Met Vlaanderen er bij is er natuurlijk ook meer te kiezen en in het Zuidwesten zijn de steden rijker aan bijzondere soorten. Het aantal behandelde soorten is gestegen van 700 naar 800, waarvan 80 nieuwkomers. Een aantal algemeen voorkomende soorten, die niet zo specifiek aan de stad zijn gebonden zoals blaartrekkende boterbloem, die in Stadsplanten stonden zijn afwezig in de Stadsflora. De opmaak is anders. De tekst is tweekoloms en dat leest prettiger. Hoewel digitaal lezen en een echt boek vasthouden niet helemaal te vergelijken zijn. De soortteksten zijn herschreven, soms is het alleen anders geformuleerd, maar vaker met een andere invalshoek.
Vanzelfsprekend zijn de beschrijvingen geactualiseerd. Dit wordt mooi geïllustreerd door de oosterse raket. De soort heeft sinds het verschijnen van de Stadsplanten 14 jaar geleden de straat veroverd: eerst vooral ruderale terreinen als vestigingsplaats en nu ook gevelvoeten volgens de Stadsflora. Exact wat mijn ervaring is. De beschrijvingen van de flora in de steden van onze zuiderburen in de Stadsflora doen mij zeer verlangen naar stedentripjes in het Vlaamse land. Struinen in een minder bekende omgeving, met een andersoortige ruimtelijke ordening met een andere sfeer en taal en dan af te sluiten met een lokaal biertje… Als de Corona voorbij is, als…