Op het verkeerde been gezet door Handjesgras
Juli 2020 schreef Dick Hoek in zijn verslag van de inventarisatieavond van de Rotterdamse Florawerkgroep:
Op de terugweg naar de bushalte en onze fietsen kwamen we langs een grote groeiplaats van een rijk bloeiend gras waarvan de bloeiwijze wel wat weg heeft van een hand met gespreide vingers. Wij hadden dat gras herkend als Glad vingergras dat in tegenstelling tot het algemene Harig vingergras een vrijwel onbehaarde bladschijf heeft. Willemien was wat in verwarring en twijfelde, nam enkele exemplaren mee naar huis en mailde al snel: Het is Handjesgras!
Op de stoep naast het grasveldje lagen uitlopers die me wel aan Handjesgras deden denken, maar ik werd verward door de wuivende bloeistengels van zeker dertig cm. Ik kende Handjesgras alleen in een formaat van 10-15 cm en niet vlakdekkend in het stedelijk gebied.
Op de fiets naar huis had ik al een vermoeden wat er “aan de hand” was. Toen ik het materiaal nog eens bekeek zag ik de karakteristieke plukjes lange haren ter weerszijde van de bladvoet. De uitlopers van Handjesgras lijken op die van Riet: vrij stug blauwgroenig blad dat stijf afstaat en haren op de plek van het tongetje. De handvormige bloeiwijze is eigenlijk alleen te verwarren met de Vingergrassen; maar die hebben een vliezig tongetje, veel slapper blad en groeien in eenjarige polletjes.
Van oorsprong komt Handjesgras uit de tropen en subtropen. Het is in sommige gebieden een belangrijk weidegras en wordt ingezet tegen erosie, maar tegelijk wordt het in veel landen gezien als een lastig onkruid. Als een echte C4-plant houdt hij van warmte, zijn optimum schijnt bij 38 graden Celsius te liggen. Het ligt dus voor de hand dat hij zich de laatste zomers flink heeft uitgebreid, vooral omdat veel andere grassen juist slecht tegen de droge warme periodes kunnen en gaten in de grasmat achterlaten.
Handjesgras is een soort amfibieplant; hij maakt zowel bovengrondse uitlopers als ondergrondse wortelstokken. Door die twee strategieën kan het zich handhaven in droge warme terreinen maar ook in grond die verdicht is of af en toe overstroomt. Vermoedelijk is hij met de Romeinen naar de Rijnvallei meegekomen en daarvandaan door de rivieren Nederland binnengevoerd. Onze vindplaats in Rotterdam was ook niet ver van de rivier.
De Rotterdamse Florawerkgroep zal zich in ieder geval niet meer van de wijs laten brengen door een veldje Handjesgras. Ik ben benieuwd waar hij komende jaren tijdens onze inventarisaties opduikt.