Een heerlijke woekeraar
Bramen zijn tamelijk lastig te determineren. Maar er is ook een nieuwe braam in Nederland die je bijna niet kunt missen: de dijkviltbraam (Rubus armeniacus) . Op de eerste plaats is het een hele forse braam met dikke loten en grote stekels. Het meest opvallend is echter de witvilte onderkant van het blad. Er zijn nog wel een paar andere bramen met een witviltige onderkant, maar als de braam fors is, grote stekels heeft én flink aan het uitbreiden is, kan het eigenlijk niet missen. De stekels van de bladloot hebben vaak een opvallend rode voet. Zie foto drie.
Deze braam is omstreeks 1860 vanuit de Kaukasus in Europa ingevoerd en heeft inmiddels een min of meer aaneengesloten areaal veroverd in heel Midden- en West-Europa tot in Zuid-Scandinavië. Vanwege het gemakkelijke verwilderen wordt deze braam in verschillende delen van de wereld als een invasieve exoot beschouwd. Als je op de verspreidingsatlas van FLORON kijkt dan zie dat heel West-Nederland al is veroverd. De uitbreiding is ongeveer vanaf 2018 in een versnelling geraakt.
Het is een lichtminnende soort. In bossen kwijnt hij weg. In de omgeving van Breda kom ik hem regelmatig tegen en heb vastgesteld dat de struiken geweldig kunnen groeien. Ze worden in het vrije veld makkelijk drie meter hoog en er staat geen maat op het oppervlak dat ze kunnen innemen. Ik heb gezien dat in een paar jaar een struik 20 vierkante meter in beslag nam. Het lijkt mij een blijvertje. Onder deskundigen is volgens mij nog geen eenduidige mening over de schadelijkheid, dan wel dat men van mening is dat er toch geen beginnen aan is om te bestrijden. In de nieuwe Heukels wordt deze braam omschreven als invasief.
Een bloeiende dijkviltbraam vormt een ideale etalage om insecten te bekijken. Hij staat per definitie in de zon; er zijn altijd bloemen op ooghoogte; de nectar en het stuifmeel zijn toegankelijk voor veel groepen insecten: kevers, bijen, zweefvliegen, vlinders en wespen.
Er is nog meer positiefs te melden over deze struik. De bramen smaken heerlijk. Ze zijn ook groot en er hangen er altijd veel aan. Het zijn niet van die schrale, half bruine, miezerige, droge krenten. Nee, vol, pront en sappig . Prima voor de jam. Neem een emmer mee!