Stinkende gouwe is nu alomtegenwoordig
Stinkende gouwe (Chelidonium majus) is oorspronkelijk een plant die vooral aan hagen en bosranden voorkwam. Halfschaduw en voedselrijke grond vindt deze soort fijn. De vegetatie is meestal niet dicht en de bodem is vaak recent omgewerkt, Op klei- en veengronden alsmede de drogere zandgronden is de soort zeldzaam maar voor de rest van Nederland is de stinkende gouwe algemeen.
In de stad is deze soort ook vaak aan te treffen. Ik vind stinkende gouwe een echte stadsplant omdat zij vaak voorkomt in stegen en aan de voet van gevels, zolang deze gevels niet op het zuiden zijn georiënteerd. Ook in parken bij heggen en hagen en in plantsoenen zijn de heldergroene planten met hun botergele bloemen te vinden.
Herhaling van zetten
Ik was lekker op dreef en googelde naar leuke informatie over deze soort en kwam een verwijzing naar stadsplanten tegen. Tot mijn verbazing heeft Joop de Wilde al in 2018 over deze soort geschreven Stinkende gouwe – tegen wratten en oog- en galziekten.
We hebben een overzicht wie, wanneer, over welke soort heeft geschreven en ik heb blijkbaar niet goed in deze lijst gezocht. Wat nu te doen? Als ik alles weghaal wat Joop al voortreffelijk heeft beschreven blijft er niet heel veel van mijn arbeid over. Aan de andere kant vind ik het een leuke soort en er zijn altijd andere insteken mogelijk, want in een stuk van een kleine duizend woorden kan niet alles vermeld worden.
Dus ik ga toch over deze soort schrijven en de link naar de blog van Joop is voor de beschrijving van het uiterlijk van stinkende gouwe, over namen en over de geneeskrachtige dan wel giftige eigenschappen van deze soort.
Opvallende eigenschappen
Wat ik wel herhaal is de bijzondere kleur van het melksap. Bij een plantenexcursie is het een vaste prik om deelnemers een blaadje te laten plukken. De plant heeft namelijk geeloranje melksap en op de afgebroken plek welt er een kleine oranje druppel op. Dit sap is overigens niet onschuldig want het sap werd gebruikt om wratten te verwijderen. Het veroorzaakt ook vlekken op huid en kleren en die zijn niet af te wassen. Gelukkig verdwijnen zulke vlekken snel vanzelf.
Stinkende gouwe behoort tot de papaverfamilie. Het melksap en de viertalligheid van de kroon wijst er ook op. Het melksap van slaapbol, een soort papaver, is de bron van opium, ook iets wat een sterke werking heeft op mensen.
Kaartaardigheden
De studie van de verspreiding van soorten en de veranderingen daarin heet arealenleer. Met de huidige opwarming en de verplaatsende arealen van warmteminnende en warmtehatende soorten is dit nu een boeiend vakgebied.
Stinkende gouwe is nu algemeen. Op klei-, veen- en droge zandgronden buiten de bebouwde kom is de soort zeldzaam. Tot aan 1990 kwam de soort beduidend minder vaak voor, slechts in minder dan een kwart van de huidige kilometerhokken.
Er zit wel een waarnemerseffect in. Dit is mooi te zien aan het regelmatig patroon in Noord-Brabant, wat erop wijst dat toen niet alle hokken zijn bezocht maar alleen die in een rasterpatroon.
Dus dat nu ruim vier keer zo veel hokken met stinkende gouwe bekend zijn, dan een halve eeuw terug, komt doordat we beter ons best doen. Volgens de Verspreidingsatlas, die bij de trendanalyse een correctie maakt op het aantal waarnemingen, is echter de helft van de toename reëel. Dat wil zeggen dat stinkende gouwe zich uitbreidt.
Maar ook wereldwijd neemt stinkende gouwe toe. Het is een soort met een oorsprong in West-Europa.
In de negentiende eeuw verschijnt hij in Noord-Amerika en in Oost-Azië. In Europa zijn er ook meer waarnemingen bekend
Nu omvat het areaal alle continenten en vooral de gematigde gebieden. Rode stippen betekent dat er heel veel waarnemingen zijn. Er wordt meer gezien, maar ik vermoed ook dat er meer te zien is.
Historische vermeldingen
De oudste Nederlandstalige tekst is een gedicht dat begint met Hebban olla vogala en behoort tot de canon van Nederland. Dit is niet de oudste tekst uit Nederland! In het Latijn zijn er oudere teksten bekend. De waarschijnlijk oudste tekst in Nederland gemaakt en die nog bestaat is een raadselgedicht in het latijn uit de tiende eeuw: ‘Over de zwaluw‘ van Radboud van Utrecht. Het antwoord op het gedicht is de zwaluw en de volgende regel verwijst naar zwaluwenkruid, een oude naam voor stinkende gouwe.
‘Vandaar ook dat een plant die alom welig groeit zelfs bij de stad, zijn naam ontleent aan onze naam.’
Zwaluwenkruid zou ontleend zijn uit De Materia Medica, een encyclopedie over geneesmiddelen waarvan kruiden het grootste deel beslaat. Stinkende gouwe is in de Materia Medica als geneeskruid beschreven. Dit boek is van de hand van de Griekse arts Dioscorides die in de eerste eeuw na Christus leefde. Hij meende dat de groei- en bloeitijd van deze plant lag tussen de komst van de zwaluwen en hun vertrek. Het was zo’n nuttig boek dat het nooit in West-Europa is vergeten en tot aan de moderne tijd is gebruikt. Een van de weinige werken uit uit de klassieke tijd die niet in de Renaissance herontdekt hoefde te worden.
Boekenwijsheid
Omdat dit boek, de Materia Medica, bijna tweeduizend jaar bestaat zijn er vele versies in omloop. Zelfs nu is dit boek nog in verschillende vertalingen te koop, ook in het Nederlands. Maar ruim € 100 vind ik teveel voor een leuk hebbeding. De Nederlandse versie van de Materia Medica is in de hoofdvestiging van de Openbare Biblotheek van Amsterdam in te zien. Omwille van de snelheid heb ik een Engelse versie gedownload om eens na te gaan wat er 1950 jaar geleden over stinkende gouwe is geschreven. Deze versie is in 1655 gemaakt en in 1933 aangepast aan modern Engels heruitgegeven. In 2000 is hiervan de digitale versie gemaakt. Ik heb de tekst met een vertaalprogramma omgezet en de kleine foutjes gecorrigeerd. De brontekst staat in de digitale tekst op pagina 352.
Voor de aardigheid geef ik de vertaling hieronder. Het is al 98 generaties terug opgeschreven. Deze tekst ga ik wel vergelijken met die in de OBA. Ik ben benieuwd naar de verschillen.
Kruiden met scherpe kwaliteiten: CHELIDONION
‘Chelidonia de grotere (stinkende gouwe) zendt een slanke stengel uit met een hoogte van een voet of meer en met takken vol bladeren. De bladeren lijken op die van ranonkels, maar toch zijn die van chelidonia malser en enigszins hemelsblauw van kleur en bij elk blad zit een bloem zoals leucoion (mogelijk zinkviooltje).
Het sap heeft de kleur van saffraan: scherp, bijtend, een beetje bitter, en met een sterke geur. De wortel is bovenaan enkelvoudig maar lager verdeeld, en heeft een saffraankleur. De vrucht is als een gehoornde klaproos (mogelijk hoornpapaver) – slank, lang als een kegel – waarin kleine zaadjes zitten, echter groter dan die van papaver. Het sap hiervan (gemengd met honing en ingekookt in een koperen pot boven kolen) is goed om het zicht te verscherpen.
De bladeren, wortel en vruchten worden als ze in de zomer verschijnen geperst. Dit sap wordt in de schaduw gedroogd en tot kleine balletjes gemaakt. De wortel geneest geelzucht, ingenomen in een drank met anisum (anijs) en witte wijn; en ook toegepast met wijn tegen herpes. Het vermindert kiespijn als er op wordt gekauwd.
Het lijkt te worden genoemd chelidonia omdat het samen uit de grond springt met het verschijnen van de zwaluwen en verwelkt wanneer ze vertrekken. Sommigen hebben verteld dat als een jonge zwaluw blind is, de vrouwelijke ouder dit kruid meebrengt om het te genezen.’
Bronnen
Wilde planten
Stadsplanten stinkende gouwe
Verspreidingsatlas
Oudste nederlandse vermelding van stinkende gouwe
Materia Medica download 1
Materia Medica download 2
Wereldverspreiding