Gewone Brunel – bijenkorfje onder de planten

De Gewone brunel (Prunella vulgaris) behoort tot de lipbloemenfamilie. De planten in deze familie hebben bloemen die tweezijdig symmetrisch zijn en een boven- en een onderlip hebben. Mooie voorbeelden daarvan zijn de dovenetels, bos- en moerasandoorn, glidkruid, hennepnetel, wolfspoot en hondsdraf. Ook veel bekende kruidenplanten zijn lipbloemig zoals marjolein, munt, tijm en salie.

De bloemhoofdjes van Brunel met de blauwpaarse bloempjes vallen altijd op als ze in bloei staan.

Brunel vinden we binnen de stedelijke omgeving vooral in wegbermen en langs paadjes. De blauw tot paarse bloemetjes staan dicht bij elkaar en vormen een compact zuiltje. Als de plant is uitgebloeid, blijft het zuiltje over. Als je daar naar kijkt is het alsof je naar een oude, traditionele, uit riet gevlochten bijenkorf kijkt. Dat is de reden dat Brunel ook wel het “bijenkorfje” wordt genoemd.

Als Brunel is uitgebloeid blijven de bloemhoofdjes nog lang zichtbaar. Het is volstrekt duidelijk waarom Brunel ook wel “bijenkorfje” wordt genoemd.

De planten uit de lipbloemenfamilie hebben, op een paar uitzonderingen na, allemaal vierkante stengels en de bladeren staan lijnrecht tegenover elkaar aan de stengel.

De bladeren van de lipbloemenfamilie staan recht tegenover elkaar aan de vierkante stengel van de plant

Wat ook kenmerkend voor de lipbloemenfamilie is zijn de bloeiwijze in schijnkransen. Bij schijnkransen lijkt het of alle bloemen om de stengel zijn geplaatst. In werkelijkheid staan de bloemen in twee verschillende groepen die aan twee kanten van de stengel staan. In elke groep zijn een aantal bloemen via een assenstelsel met elkaar verbonden. De volgorde waarin de bloemen tot bloei komen wordt bepaald door de plek in het assenstelsel (zie figuur). Bij Brunel gaat het om schijnkransen met 6 bloemetjes.

Schema van een schijnkrans waarbij de bloeiwijzeassen sterk verlengd zijn weergegeven. H = hoofdas; B = schutblad; 1-4 de volgorde waarin de bloemen tot bloei komen (Illustratie Nederlandse oecologische flora)

Voor bijna alle planten zijn er wel toepassingen te vinden tegen allerlei kwalen. Dat is bij Brunel niet anders. Keelpijn, hoest, wondgenezing, huidaandoeningen, maag- en darmaandoeningen tot behandeling van infecties gaven de plant in het verleden een plekje in de medicijnkast.

Op de website van Natuur en welzijn wordt hoog opgegeven over de vele goede stoffen die Brunel bevat. Het gaat om looistoffen, bitterstoffen, vitamine A en C en het mineraal mangaan. Deze stoffen zouden het immuunsysteem stimuleren. Daarmee zouden oude en kapotte cellen worden opgeruimd. Volgens het artikel zouden wetenschappers zelfs onderzoeken of de stoffen uit Brunel inzetbaar zouden zijn tegen HIV-infecties.

Joop de Wilde

Op de pagina’s Stadsplanten van Amersfoort proberen wij vooral aandacht te geven aan planten die algemeen voorkomen in een bepaalde tijd van het jaar. Dat geeft de grootste kans dat de beschreven plant eenvoudig op dat moment gevonden kan worden in de eigen omgeving. Daarnaast melden wij uiteraard ook vondsten van bijzondere, zeldzame planten.

Joop de Wilde