Zeven nieuwelingen in Amsterdam met een vreemd helmkruid in de hoofdrol
Amsterdam verdient als het om stadsplanten gaat het predicaat: ‘trendwatch-city’. In de afgelopen twintig jaar konden er in Amsterdam 100 soorten worden bijgeschreven; gemiddeld vijf per jaar. Voor de recente jaren valt het aantal hoger uit; zo heeft 2016 zeven nieuwe soorten opgeleverd. Het meest aansprekend zijn: Prunella grandiflora, Cymbalaria muralis subsp. visianii, Verbascum speciosum en Scrophularia peregrina. Ze ontberen nog een Nederlandse naam, maar toepasselijk zijn: Grote brunel, Donsmuurleeuwenbek, Hongaarse toorts en Vreemd helmkruid.
Het meest bijzonder was wel de vondst van Vreemd helmkruid, met zijn fraaie, kleine, bruinrode bloemen. Dit helmkruid kwam tevoorschijn in de Amsterdamse Zeeheldenbuurt, waar een tiental planten opbloeide langs heg en in een boomspiegel. Aanvankelijk werden ze aangezien voor Knopig helmkruid, een soort die in urbaan gebied geen onbekende is. Omdat de planten anders oogde volgde er een nadere check. Op grond van de afstaande, spitse kelkbladen, die na de bloei de vruchten stervormig omkransen, werd duidelijk dat het iets speciaals betrof. Alle vier inheemse helmkruiden hebben aanliggende, afgeronde kelkbladen, die de vruchten nauw omsluiten. Uiteindelijk kwam Scrophularia peregrina uit de bus.
Vreemd helmkruid is een mediterrane plant die tot in West-Frankrijk voorkomt. De soort is te typeren als cultuurvolger; hij komt voor op verstoorde, ook stenige bodems, langs wegen, in bebouwd gebied, zelfs op muren. In Nederland is hij eenmaal eerder in 1965 in een wegrand in Leiden ontdekt. De soortaanduiding ‘Peregrina’ betekent ‘vreemd’, vandaar Vreemd helmkruid. Er zijn diverse Engelse namen in omloop: ‘Mediterranean’, ‘Brown’ en ‘Nettle-leaved figwort’. Namen die allemaal iets vertellen over de herkomst en uiterlijk van deze soort. Als Nederlandse naam circuleerde even Netelhelmkruid, maar omdat ook onze overige helmkruiden netelachtig ogen, is die niet verkozen.